Grenzen aangeven en neurodivergentie
- Ellen

- 14 nov
- 2 minuten om te lezen

Voor veel mensen met autisme en/of ADHD kan het aangeven van grenzen een uitdaging zijn. Het is niet altijd duidelijk wát je precies voelt, wanneer iets te veel is, of hoe je dit op een manier kan communiceren die anderen begrijpen.
Waarom grenzen aangeven zo belangrijk is
Grenzen helpen je om:
Overprikkeling te voorkomen
Energie te bewaren voor wat echt belangrijk is
Relaties eerlijk en respectvol te houden
Jezelf te respecteren
Zonder duidelijke grenzen kan je merken dat je vaak “ja” zegt, terwijl je eigenlijk “nee” wilt zeggen, of dat je uitgeput raakt zonder te begrijpen waarom.
Hoe herken je je grenzen?
Mensen met autisme kunnen soms moeite hebben met het herkennen van hun eigen signalen. Let op deze tekenen:
Je voelt je prikkelbaar of gestrest zonder duidelijke reden
Je lichaam geeft signalen zoals hoofdpijn, buikpijn of gespannen spieren
Je merkt dat je sociaal terugtrekt of situaties vermijdt
Je voelt een innerlijke stem die zegt: “Dit is te veel” of “Dit voelt niet goed”
Tip: Hou deze signalen bij in een dagboek of checklist. Zo leer je beter herkennen wat jouw persoonlijke grenzen zijn.
5 praktische tips om je grenzen aan te geven
1. Wees duidelijk en concreet Zeg bijvoorbeeld: “Ik kan vandaag niet langer dan een uur afspreken” in plaats van “Misschien lukt het niet zo goed.”
2. Gebruik je lichaamstaal Soms zeggen je woorden iets anders dan je lichaam. Probeer oogcontact, afstand, of je houding te gebruiken om je grens te ondersteunen.
3. Oefen met kleine stapjes Begin met situaties waarin de consequenties klein zijn. Als dit goed gaat, kun je langzaam oefenen met grotere uitdagingen.
4. Wees assertief, niet agressief Grenzen stellen betekent niet dat je boos moet worden. Het betekent dat je duidelijk en respectvol communiceert wat je nodig hebt.
5. Herken dat nee zeggen een recht is
Je hoeft je niet te verontschuldigen of te verklaren. Een simpel “Nee, dat kan ik niet” is voldoende.
Tips voor langdurig succes
Plan pauzes in om overprikkeling te voorkomen.
Communiceer verwachtingen met mensen om je heen, bijvoorbeeld collega’s of familie.
Reflecteer regelmatig op wat goed voelt en wat te veel is geweest.
Zoek ondersteuning van iemand die je vertrouwt als je het moeilijk vindt om je grenzen te handhaven Bv. een vriend of een zorgverlener.
Grenzen aangeven is een vaardigheid die je kan leren en trainen, net als een spier. Hoe meer je oefent, hoe makkelijker het wordt om je energie te beschermen, overprikkeling te voorkomen en relaties gezond te houden. Het is niet altijd eenvoudig, maar elke keer dat je voor jezelf opkomt, geef je jezelf een stukje vrijheid en rust terug.



